Geschiedenis van de Jordaan

JordaanhofjeDe Jordaan werd In 1612 aangelegd als onderdeel van de grote stadsuitbreiding in dat jaar, samen met het eerste deel van de fameuze grachtengordel. Het was een wijk voor arbeiders, ambachtslieden en emigranten, een wijk voor de armere bevolking dus. Rembrandt woonde hier jarenlang, maar dat was in zijn minder succesvolle periode.
 
De Prinsengracht werd beschouwd al een grensrivier tussen rijk en arm, en werd ‘Jordane’ genoemd, naar de grensrivier in Palestina. Al gauw kreeg de hele wijk achter de Prinsengracht die naam.
Wat het stratenplan betreft maakte men zich niet al te druk. Het volgde simpel de al bestaande slootjes en paden en sluit dan ook niet aan op de hoofdgrachten en verbindende straten .
 
Armoede
In de negentiende eeuw groeide de bevolking buitengewoon en de leefomstandigheden verslechterden navenant. De Jordaan was en sloppenwijk geworden met onbeschrijfelijke woonomstandigheden. Rond 1900 woonden er liefst 78.000 mensen, een kwart van de bevolking van Amsterdam. Ter vergelijking: nu wonen er een kleine 19.000 mensen.
Om iets aan de situatie te doen werden in 1911 Jordaan 500 woningen onteigend, 277 onbewoonbaar verklaard.
Het bleef een achterstandswijk. De stad besloot in de jaren ’60 tot een drastische ‘sanering’. Vele gebouwen zouden afgebroken worden, het oude stratenpatroon moest plaatsmaken voor brede wegen ten behoeve van het autoverkeer. In de noordelijke Jordaan moesten vele parkeergarages komen. De toenmalige wethouder Joop de Uyl was er een warm voorstander van.
 
Dankzij een breed gedragen protest werd het plan in 1969 door wethouder Lammers ingetrokken. In de jaren ’70 volgde daarop een grootscheepse stadsvernieuwing, waarbij het oude stratenpatroon gerespecteerd werd. Tegen die tijd werd de Jordaan ontdekt door kunstenaars, jonge ondernemers en studenten. Veel oude bewoners verhuisden naar andere wijken en steden. De Jordaan veranderde van een sloppenwijk in een wijk voor de beter gesitueerden, kunstenaars en studenten. Met vele boetiekjes, terrassen, restaurants and cafés en een bijzonder winkelaanbod. De vele hofjes, die nog maar net van de sloop gered werden, werden een toeristische trekpleister.